Malawi trotseert Wereldbank, met succes
4 december 2007 (MO) - Malawi is na jaren flirten met hongersnood de nieuwe graanschuur van Zuidelijk Afrika. Het plotse succes is te danken aan de herinvoering van landbouwsubsidies, die hen jarenlang werden verboden door grote donoren als de Wereldbank, de VS en Groot-Brittannië.Malawi werd de afgelopen tien jaar meermaals geteisterd door hongersnood. In 2005 nog dreigden vijf van de dertien miljoen inwoners van Malawi van honger te sterven. Dit jaar deelt het land zelf voedsel uit aan noodlijdend buurlanden. Het verkoopt meer graan aan het Wereld Voedsel Programma dan eender welk ander Zuidelijk Afrikaans land en exporteert honderdduizenden tonnen graan naar buurland Zimbabwe.
Deze spectaculaire ommekeer is te danken aan het wijdverbreide gebruik van meststoffen. President Bingu wa Mutharika besloot de landbouwsubsidies opnieuw in te voeren en dankzij het gunstige weer behaalde Malawi recordoogsten in 2006 en 2007.
Westerse hypocrisie
Zoals vele Afrikaanse landen werd Malawi de afgelopen 20 jaar herhaaldelijk onder druk gezet door de Wereldbank en de belangrijkste Westerse donoren om baan te ruimen voor de vrije markt. De neoliberale koers van de Wereldbank dicteerde namelijk, in navolging van het buitenlands beleid van Washington, zoveel mogelijk private markt en zo weinig mogelijk staatsinmenging. Het gebruik van landbouwsubsidies werd hierdoor afgeraden en bij voorkeur afgeschaft.
Tweemaal werd Malawi door de Wereldbank verplicht het gebruik van subsidies volledig stop te zetten. Een intern rapport van de Wereldbank, dat in oktober werd uitgegeven, onthulde de desastreuze gevolgen van dit beleid: de prijzen voor meststoffen gingen de lucht in, waardoor het gros van de boeren het niet meer kon aankopen. Op de droge en onvruchtbare grond in Malawi is weinig te verbouwen zonder meststoffen, waardoor het gros van de boeren verder verarmde. De Bank had over het hoofd gezien dat het verbeteren van de bodemkwaliteit essentieel was om de voedselproductie op te krikken.
Hoewel de politieke elite van Malawi steeds overtuigd bleef van het nut van landbouwsubsidies, was men verplicht de richtlijnen van de donoren op te volgen. Ondertussen bleven de machtige donoren Europa en de VS echter zelf gebruik maken van landbouwsubsidies.
Staatssteun als wapen tegen honger
In 2005 besliste Malawiaans president Bingu wa Mutharika niet langer te volgen wat het Westen predikte, maar wat het zelf uitvoerde. Hij voerde het programma voor landbouwsubsidies terug in en breidde het uit, een beleidskeuze die op veel cynisme onthaald werd door de VS en Groot-Brittannië. Het succes maakte echter een eind aan de honger, deed de voedselprijzen zakken en de inkomens van boeren stijgen.
Volgens sommige analisten pleiten de successen van Malawi voor de uitbreiding van staatssteun in Afrika: ‘Meststoffen worden nog steeds niet gebruikt in het grootste deel van Afrika. De enige manier waarop je de landbouwers ertoe toegang kan verschaffen, is door ze uit te delen of sterk te subsidiëren’, zegt Stephen Carr, een gepensioneerde medewerker van de Wereldbank in Zuidelijk Afrika.
Ook bij de donoren begint het besef door te sijpelen dat landbouwsubsidies de honger kunnen terugdringen in Afrika. De Wereldbank heeft zich akkoord verklaard met tijdelijke subsidies, op voorwaarde dat deze gericht zijn op de armen en de private markten stimuleren.
Volgens Alan Eastham, Amerikaans ambassadeur in Malawi, heeft het subsidieprogramma betrekkelijk goed gewerkt. ‘Ze kregen de meststoffen wanneer het nodig was en op dat moment kwamen de regens. Dat noem ik een kwestie van geluk.’ Een onafhankelijke evaluatie, gefinancierd door de VS en Groot-Brittannië, toonde echter aan dat het subsidieprogramma verantwoordelijk is voor het grootste deel van de productiestijging.
Categoriën: Ontwikkeling - Afrika - Malawi
Auteur: Daan Bauwens.
No comments:
Post a Comment